Prometheus logo
linkerzijde



Boekenweek 2004 (10 t.e.m. 20 maart 2004)

Gare du Nord
Ontmoetingen met Frankrijk

Frankrijk en onze letteren zijn nauw met elkaar verweven. Talloos zijn de Nederlandse romans waarin het land nadrukkelijk aanwezig is. Het motto van de Boekenweek 2004 verwijst naar het Parijse station dat voor ons noorderlingen de poort is naar la douce France. En dat Remco Campert deed verzuchten: “Zodra ik het Gare du Nord uitloop, heb ik zin in schrijven.” De Boekenweek 2004 krijgt per dag een ander thema; de eerste dag gaat over de Franse revolutie en op de slotdag staat de wijn centraal. Andere thema’s zijn: film, de keuken, poëzie, reizen, stripalbums, beeldende kunst en filosofie. In de boekhandels en bibliotheken zal er elf dagen lang volop aandacht zijn voor Franse literatuur en voor Nederlandse literatuur van auteurs die iets met Frankrijk hebben.

Boekenweekmagazine
Het 32-pagina tellende Boekenweekmagazine presenteert een brede keuze uit alle titels waarin Frankrijk een rol speelt. Franse literatuur wordt afgewisseld met boeken van Nederlandse auteurs over Frankrijk. Ook de elf thema’s van de Boekenweek komen aan de orde.
Daarnaast presenteren Hella S. Haasse, Philip Freriks, Youp van ’t Hek e.a. hun favoriete Franse roman. Tour du Livre
Op zaterdag 13 maart rijdt een speciale Boekenweek-Thalys door Nederland. De trein vertrekt uit Amsterdam en stopt in Amersfoort, Deventer, Nijmegen en Den Bosch. Auteurs signeren op de verschillende stations.

Franse auteurs op tournee

In de Boekenweek komen dertien Franse auteurs naar Nederland. Ze zijn uitgenodigd door het Frans cultureel centrum Maison Descartes. Het zijn: Jean-Philippe Toussaint, J.M.G. Le Clézio, Amin Maalouf, Tahar Ben Jelloun, Michel Tournier, Jean Echenoz, Stéphane Heuet, Nathalie Heinich, Annie Ernaux, François Bon, Yasmina Khadra, Gaétan Soucy en Pascal Bruckner.

Boekenweekgeschenk 2004 van Thomas Rosenboom

Spitzen
Als Han Bijman voor het eerst naar Cristofori gaat om de tango te dansen op een van de belangrijkste salons van het seizoen, ontdekt hij tot zijn ontzetting dat zijn danslessen hem niet goed genoeg hebben voorbereid. Hij krijgt geen oogcontact met vrouwen en dan, zo stellen de regels, mag je een vrouw niet ten dans vragen. Weet hij tenslotte een vrouw te bemachtigen, dan laat die hem midden op de dansvloer alleen achter. Alle schaamte voorbij danst hij met een onzichtbare partner door de zaal, alsof hij thuis aan het oefenen is. Zijn redding uit deze situatie is Esther. Zij vraagt hém en samen dansen ze wrijvingsloos tussen de paren door. Met Esther wordt Han een hem nog onbekende wereld binnengevoerd. Die van liefde en seks, die van overspel en verraad en tenslotte die van ingewikkelde intriges en argwaan. Esther blijkt wel heel makkelijk de mannen in haar leven te hebben ingepast. En als haar Indiase minnaar naar Nederland overkomt om met haar te trouwen krijgt Han een rol toebedeeld die hem slecht bevalt, die de jaloezie in hem wakker maakt, en hem uiteindelijk tot handelen doet overgaan.

Boekenweekessay 2004 van Adriaan van Dis Onder het zink
.
Un abécédaire de Paris
is de liefdesverklaring van Adriaan van Dis voor Parijs, de stad die hij al bijna veertig jaar lang met grote regelmaat bezoekt en waar hij na eerdere mislukte pogingen nu een jaar probeert te wonen. Probeert… omdat het een verwarrend proces voor hem is zich los te snijden van het vertrouwde en dit avontuur alleen aan te gaan. Van Dis kiest de vorm van een ABC om stap voor stap verslag te doen van zijn pogingen bij Parijs te horen. Hij meent een kaart in zijn hoofd te hebben maar de stad heeft een ander plan met hem – zo vindt hij dikwijls wat hij niet zocht. Verbazing is de leidraad en de schrijver geeft dat op aanstekelijke wijze door: de kennismaking met zijn buurt, de hittegolf – ervaren onder zijn zinkdak – het geflirt in de diepvrieswinkel boven de eenpersoonsmaaltijden, het wel en wee van de clochard onder zijn raam, maar ook zijn zoektocht naar de mummies die Napoleons leger mee uit Egypte nam, hoe het bed van een hoer in een museum belandde, voorvallen op straat, terrasconversaties… Elk avontuur krijgt zijn letter, met een toon van ingehouden humor en weemoed. Van Dis wordt niet alleen door bewondering en verbazing gedreven. ‘Parijs is een meervoud’ schrijft hij en daarom verkent hij ook het lelijke en de schaduwkanten, zoals de ellende in de buitenwijken en het Parijs van de illegalen en de arme immigranten. En zo kan de lezer met Onder het zink niet alleen een ander Parijs ervaren, maar wordt hem ook een spiegel voorgehouden over leven in een veranderend Europa.